Vechtkunst fascinatie: Muay Boran deel 1 van 2

Als kind en later tiener was ik gefascineerd door de Oosterse vechtkunst, vooral de Chinese: KungFu! Voor de goede orde, daarin heb ik behalve plezier verder nooit iets bereikt in de zin van graden, banden of wedstrijden. Na wat jaren Wing Chun in de vroege tienerjaren heb ik hetmartiale aspect al snel laten liggen.

In alle openheid vond ik het vooral enorm interessant en leuk om over de achtergronden te lezenen er simpelweg mee bezig te zijn. Dit weerhield me als tiener er overigens niet van om (mezelfvoor de gek houdend) te denken dat ik heel wat wist van vechten. Ja ach, ik kijk op wel meerdingen uit die tijd terug met op z'n minst gefronste wenkbrauwen.

De focus verlegde zich al snel naar de zachte kanten met meditatie, qigong, gezondheidsaspectenen op z'n 'martiaalst' (nee, niet een bestaand woord) flardes van interne stijlen als Taijiquan enBaguazhang. Van hieruit heeft ook de liefde voor Chinese Geneeskunde en acupunctuur zichontwikkeld. Maar van contactvechten is dus al bijna 30 jaar geen sprake meer. Kennis: voldoende.Kunde: vrijwel nihil

De interesse heb ik echter nooit verloren en het bloed kruipt waar het niet gaan kan: Op mijn 44eheb ik het luminieuze idee gekregen om weer actief te gaan trainen. Daar had ik heel 'veilig' weervoor de Chinese interne stijlen kunnen gaan, die overigens nog steeds mijn interesse hebben.Maar net zoals ik bijna 2 jaar terug met de Wim Hof Methode en koude blootstelling buiten mijncomfortzone ben gegaan heb ik de 'keuze gemaakt' voor een Thaise vechtkunst.

Voorbij mijn vroegere vooroordelen over het Thaiboksen / Muay Thai heb ik me meer verdiept inhet Muay Boran / Pahuyuth oftewel het oude vechten. Een complete martial art die de traditie inere houdt en qua effectiviteit mee gaat met de tijd. En net als met acupuntuur hou ik van klassieketraditionele stijlen die we nu kunnen toepassen, zonder afbreuk te doen aan de kern.En wat wil het geluk? Er is een Kru (Thais voor meester) die onderricht geeft in Muay Boran inRotterdam. Alles heeft z'n reden en je kan altijd nadenken over de vraag, "Did I find the art, or didthe art find me?"

Als ik telefonisch contact op neem met Kru Portier van Pendekar is een van mijn eerste vragen: Isvrij sparren een verplicht onderdeel? Een wat vreemde vraag wellicht en nog ingegeven door hetbeeld wat ik bij Thaise vechtsport heb; los gaan in de ring en eieren op het scheenbeen. En ik wilnatuurlijk blessures aan vooral mijn handen voorkomen met het oog op o.a. deacupunctuurpraktijk.

Als antwoord krijg ik: "Je mag en kan het beoefenen zoals je wilt, maar we trainen wel realistischeapplicaties en daar kan je geraakt worden. Wel beheerst maar zowel in training als buiten is hetonrealistisch om te denken dat je niet geraakt wordt. Als we niet op die manier trainen dan ga jeaan je doel voorbij, namelijk het beoefenen van vechtkunst. Het wordt dan meer een soort vandans. Maar het is aan jou wat je eruit wilt halen."

Ok, helder.

Morgen deel 2

"Rene van der Gijp zou bij het zien van mijn poging tot techniek applicatie zeggen: Die kan er echthe-le-maal niets van, en vervolgens van zijn stoel rollen van het lachen"

Vorige
Vorige

Vechtkunst fascinatie: Muay Boran deel 2 van 2

Volgende
Volgende

Flashback Friday: Shudo seminar 2009